Het straatexperiment staat ook in de digitale avondkrant van De Standaard.
(enkel voor abonnees).
Hieronder toch het artikel...
Als huizen konden praten
In de Knyffstraat in Deurne loopt een opmerkelijk experiment: drie huizen werden uitgerust met technologische snufjes om de samenhang in de buurt te bevorderen. Aan de gevel van één huis hangt een printer die miniboodschapjes afdrukt, aan een ander een luistertelefoon met berichten van de bewoners en nog een ander huis maakt geluidsoverlast visueel met een lichtinstallatie. ‘Technologie kan best sociaal zijn’, zegt onderzoeker Niels Wouters (KU Leuven).
Aan de gevel van het huis van Jan Kint hangt een miniprinter, bedoeld voor passanten. ‘Wij schrijven boodschapjes van maximaal 300 tekens en die kunnen mensen met een druk op de knop uitprinten. Onderaan is er een vak voorzien waar mensen ons kunnen antwoorden.’ De aard van de boodschappen die het gezin Kint op de briefjes schrijft, varieert sterk, zegt Jan Kint. ‘Dat kan een leuk gedichtje over de lente zijn, zoals vandaag, maar net zo goed is dat iets praktisch. Zo heb ik eerder deze week laten weten dat er nog gezinnen gezocht worden die hun huis willen openstellen voor salonconcerten. Dat zijn optredens in de huiskamer met een beperkt publiek. Dankzij die boodschap hebben twee mensen beslist om mee te doen.’
Na amper vier dagen is er al heel wat reactie op het printertje huisnummer 79. Jan Kint toont ons een stapel papiertjes. ‘Mensen laten ons weten wat ze ervan vinden, heel leuk.’
Slechte slaper
Niels Wouters troont ons mee naar het volgende huis in de wijk. Aan de gevel hangt een grote rode knop, met daarnaast de vraag ‘enjoy the silence?’ Wouters legt uit: ‘De dochter des huizes slaapt geregeld slecht. Ze slaapt aan de straatkant en is heel gevoelig aan lawaai. Daaruit is het idee ontstaan om een lichtinstallatie te bouwen die toont hoe luid het straatlawaai precies is. Dat gebeurt met verschillende lichtschakeringen. Groen staat voor vrijwel absolute stilte, rood voor lawaaierig. Als mensen blij zijn met stilte, kunnen ze op de knop drukken, en dan speelt er zich een kleine lichtshow af. We zijn benieuwd of dit toestel zo kan bijdragen tot een stillere wijk.’
Aan de gevel van Karin Swinnen, aan de overkant van de straat, staat een hoofdtelefoon. Die kunnen voorbijgangers opzetten om een boodschap van Swinnen en haar gezin te beluisteren. Ze kunnen kiezen tussen een positieve of een negatieve boodschap, zegt Wouters: ‘Een voorbeeld van zo’n negatief bericht: eerder deze week is een buurtbewoner overleden. Dat was te horen via de hoofdtelefoon.’
Karin Swinnen is alvast laaiend enthousiast over het project: ‘Van mij mag dit voor altijd blijven hangen. Ik geniet van de interactie.’ De hoofdtelefoon hangt er sinds zaterdag, en Swinnen heeft al veel positieve reacties gekregen. ‘De eerste dag al hoorde ik vanalles aan de voordeur. Een paar vrouwen die elke zondag samen gaan joggen, stonden om beurten te luisteren. We zijn meteen aan de praat geraakt. En dan was er nog de man die iets verder in de straat woont. Zijn zoontje heeft een spierziekte en hij wilde laten weten dat hij gaat rondkomen met wafeltjes.’
Nog wijken gezocht
Niels Wouters van de KU Leuven wil met zijn experimenten onderzoeken in hoeverre technologie kan bijdragen tot de samenhang in stedelijke wijken. Bedoeling is om het project nog uit te breiden naar andere wijken en steden. ‘Je hoort tegenwoordig de term ‘smart cities’ vaak vallen waarbij steden technologie implementeren. Maar ik geloof eerder in ‘smart citizens’. Mensen moeten vanuit hun eigen behoeften kunnen kiezen welke technologie ze gebruiken. Elk experiment in de Knyffstraat is ontstaan in samenwerking met de bewoners.’ Het onderzoek van Niels Wouters en zijn collega’s duurt vier weken. Daarna wordt de balans opgemaakt.
Kristof Hoefkens